“Ik wilde moeder worden voor de allerarmsten van de wereld”
Het was in september 1946 dat Moeder Teresa de grote inspiratie van haar leven ontving in een treinwagon op weg naar Darjeeling, terwijl ze de armoede overal om haar heen overwoog – om moeder te worden voor de allerarmsten.
De missie van moeder Teresa was om moeder te worden voor de allerarmsten van de wereld, hun innerlijke verlatenheid te delen en de hele wereld de oneindige liefde van God voor iedereen te demonstreren. ‘Een mooie dood’, zei ze, ‘is dat mensen die als dieren leefden, als engelen zouden sterven – geliefd en gewild.’
Veel van de mensen om haar heen probeerden haar onder druk te zetten om besluitvormingscriteria te gebruiken die eigen waren aan filantropische organisaties, hoewel de organisatie die ze in 1950 oprichtte geen filantropie was, maar een religieuze orde. Teresa weerstond deze druk. Ze aarzelde nooit. Als ze hun advies had opgevolgd, zou haar organisatie misschien een succesvolle zorgverlener zijn geworden, maar zou ze als religieuze gemeente zijn uitgestorven. Omdat Teresa haar missie nooit was vergeten, werd haar congregatie in een paar decennia een van de leidende religieuze ordes in de katholieke kerk. Op het moment van haar dood hadden de Missionaries of Charity van Moeder Teresa meer dan 4.000 zusters die 610 missies in 123 landen uitvoerden.
Moeder Teresa van Calcutta, een van de grootste religieuze leiders van de twintigste eeuw, was moedig tegen de trend van de tijd in. In haar Nobelprijslezing in 1979 bracht ze haar verdediging van het ongeborene in verband met de zaak van vrede: ‘Ik voel dat de grootste vernietiger van vrede vandaag de dag abortus is, omdat het een directe oorlog is, een directe moord – een directe moord door de moeder haarzelf. Want als een moeder haar eigen kind kan doden, wat weerhoudt mij dan jou en jou te doden? ‘
Moeder Teresa is een voorbeeld van grootmoedigheid (ze had een droom en een missie), van nederigheid (ze was een grote dienaar van de mensheid) en moed (ze aarzelde nooit).